Watertoevoegingen aan beton? Een slecht idee!
24 aug 2022
aan de slag met kwalitatief, duurzaam beton. De toevoeging van water is daarvoor een nefaste keuze.
Watertoevoegingen aan beton? Een slecht idee!
Vandaag is stortklaar beton het belangrijkste bouwproduct over alle categorieën heen. Ter illustratie: jaarlijks wordt zo’n 12 miljoen m3 stortklaar beton gebruikt in de Belgische bouwsector. Natuurlijk wil elke aannemer aan de slag met kwalitatief, duurzaam beton dat voortreffelijke resultaten oplevert. Gebruik daarom hoogwaardig beton, zonder watertoevoegingen op de werf. Dat laatste heeft namelijk heel wat nefaste gevolgen. Een overzicht.
Een vlotte verwerkbaarheid
Stortklaar beton is een halffabricaat dat geproduceerd wordt in een centrale, waarna de verwerking gebeurt door de aannemer. De consistentieklasse is daarbij heel belangrijk. Een goede vloeibaarheid van het beton zorgt namelijk voor een makkelijke en snelle uitvoering op de werf. In sommige gevallen is echter een hulpmiddel aangewezen om de vloeibaarheid van het beton aan te passen. Maar let op, want een niet voorziene toevoeging van water in het beton is altijd verboden. Dat tast namelijk de kwaliteit van het beton aan met als gevolg een veel kortere levensduur.
Nefaste gevolgen van watertoevoeging
In het BENOR-systeem moet de verwerkbaarheid steeds conform zijn aan het afgesproken besteld beton. Het mengen van water aan betonspecie is niet conform het BENOR-kwaliteitslabel en dus verboden. De toevoeging zorgt namelijk voor de vermindering van de uiteindelijke weerstand van het beton én de weerstand tegen atmosferische invloeden. Ook zorgt het voor een duidelijke aantasting van de water/cementverhouding. Ten slotte verhoogt het risico op scheurvorming en vorstgevoeligheid. Voeg je wel water toe op de werf, dan verliest het betonmengsel onmiddellijk het BENOR-merk. En dat mag je letterlijk nemen, want het BENOR-label op de bestelbon wordt onmiddellijk geschrapt.
Heeft het geleverde beton de juiste vloeibaarheid?
Controleren of het geleverde beton de juiste vloeibaarheid heeft, doe je makkelijk met een vlakke plaat en een afgeknotte metalen kegel, ook wel een Abramskegel genoemd. Eerst vul je de kegel met betonspecie in drie lagen, die je telkens aandrukt met een metalen staaf. Vervolgens lift je de kegel voorzichtig op en meet je de inzakking. Op basis van die inzakking kan je de consistentieklasse (van S1 tot S5) bepalen, die uiteraard moet overeenkomen met de bestelde klasse. Komt dat niet overeen en is de vloeibaarheid te laag, dan kan er altijd gebruikt worden gemaakt van conforme hulpmiddelen, zoals superplastificeerder . Wanneer er wordt gewerkt met (hoog-)vloeibaar beton is het aangeraden om de vloeibaarheid voor te schrijven in F-klasse (FLOW F4-F5) en bij zelfverdichtend beton met SF-klasses (SLUMPFLOW SF 1,2 of 3)
Een moeilijk evenwicht
Voor aannemers is het dus niet altijd makkelijk om een juist evenwicht te vinden. Enerzijds zijn ze op zoek naar kwalitatief, duurzaam beton, maar anderzijds speelt ook een vlotte verwerkbaarheid een belangrijke rol. Een aangepaste vloeibaarheid én consistentie tijdens het volledig uitvoeringsproces is dan ook van essentieel belang voor een geslaagde afloop.